De bergen uit

24 juni 2019 - Zugdidi, Georgië

Vannacht ging het licht uit. Er is een stroomstoring, denken we. Geen punt want het is al licht als we wakker worden en de te kleine gordijntjes houden nauwelijks de duisternis binnen. De batterijen van onze telefoontjes en zo zijn opgeladen, nu wij nog even ontbijten en dan zijn we klaar voor weer een nieuwe dag.

Terwijl we ons aankleden schuifelen de Japanners over de gang en we komen hen weer tegen in de ontbijtzaal, karig verlicht met kaarsjes op tafel. Een soort romantisch ontbijt bij kaarslicht, met brood en water en wat kaas als beleg. De eigenaresse van het hotel komt naar ons toe en vraagt of we uit willen leggen hoe de weg is, die we gisteren hebben afgelegd, aan twee Oekraïnse echtparen. We raken ook nog aan de praat met een Duits sprekende Georgische gids die wacht op zijn gasten. Hij woont officieel in Polen maar werkt drie tot vier maanden in Georgie, in september gaat hij terug naar zijn Poolse vrouw.

We hebben geen haast om weg te komen. Het uitzicht hier in de bergen is geweldig en als de Japanners, na hun rek en strek oefeningen, met hun gids de bergen ingaan voor een wandeling van 2x 3 uur (!) gaan wij een wandeling maken door het bergdorp Ushguli. Met een modderige hoofdstraat waar de biggetjes lopen, langs oude verweerde gebouwen met hun markante torens. Her en der zijn bewoners bezig met het opknappen van hun huisje en tuintje, bijna elk huis is een hotel of biedt op andere wijze service aan toeristen. Vandaag is het erg rustig.

Na ons wandelingetje door het dorp zien we dat twee mannen, de ene met een dochter van ca 10 jaar, bezig zijn met het oppakken van hun fietsen, de ene met een aanhangertje voor die dochter. Beide mannen, Polen, zij met hun mountainbike over dezelfde weg gekomen als wij gisteren met onze 4x4. Knap hoor. 

Als we ons omdraaien komt daar vanuit het dal een motorfiets met man en vrouw, ook zij stoppen even voor advies over de weg richting Lentekhi. Het zijn een Tsjechische man en zijn iele jonge vrouw. Dapper, om hier te rijden met een duopassagier. En terwijl we aan het praten zijn komt de auto met de vier Oekraïners weer terug uit de bergen. Nadat ze de grote modderpoel hebben gezien zijn ze teruggegaan en gaan nu naar Mestia. De Tsjech met bijrijder op hun Africa Twin hadden ook van anderen al gehoord dat het slecht was en draaien om.

Dus als wij instappen in onze Pajero is iedereen onderweg naar Mestia. Om te beginnen weer tien kilometer hotsebotsen en modderflatsen maar dan komt het nieuwe beton. Voor ons voelt het als een biljartlaken. Net voor Mestia begint het een beetje te regenen, als we uitstappen voor een korte wandeling wordt het droog. We krijgen wat trek en tijdens onze lunch barst het los en blijft het een halfuur gieten. Na de rekening zijn de straten ondergelopen en her en der is de aarde uit de tuinen gespoeld en op straat gekomen. Maar het is droog.

Als we dertig kilometer op pad zijn richting Zugdidi blijkt dat het  volgende tankstation 130 km verderop ligt. Dat gaan wij niet halen dus keren we om naar Mestia om daar te tanken. Tijdens die dertig kilometer vanaf de andere kant zien de bergen er anders uit. Het is nu. Og droger met optrekkende bewolking en af en toe zon. Na het tanken draaien we weer om en het weer en de wolken zijn weer anders zodat we nog meer bergen zien. 

Een paar keer zien we een zwarte mustang, hij haalt ons in, wij stoppen bij hetzelfde uitzicht, we beginnen elkaar te groeten. Een paar minuten later haalt hij ons weer in en als we in een soort kloof tussen de hoge, ruwe rotsen rijden is er een kleine parkeerplaats en de bestuurder wenkt ons. Naast de weg is een klein platform met een imposant uitzicht over de kolkende rivier. Uiteraard maken we weer een praatje. De Mustangrijder is ondernemer in Tbilisi. Hij maakt houten huizen en is nu druk met het bouwen van 2 hotels in Mestia. We praten wat langer en hij hoopt dat we over 20 jaar 1 wereld zullen zijn. Mee eens.

Dan gaat de weg naar beneden en worden de bergen kleiner, voor ons ligt een laagvlakte die volgens de kaart eindigt in de Zwarte Zee. Het is nog 25 km naar Zugdidi en inderdaad, pas hier zien we het eerstvolgende tankstation. Via Booking.com en Google Maps zijn we op het spoor gekomen van een mini hotel/guesthouse. Als we aankomen worden we weer hartelijk ontvangen en toont men ons het goedkope kamertje met gedeelde douche/toilet. Helaas is er geen airco maar wel arko en een ventilator en wederom erg aardige mensen.

Als we schoon zijn, we noemen dat zuiver op de graat, willen we eten. We zitten een kilometer buiten het centrum en de baas loopt met ons mee. In het centrum wijst hij ons twee restaurantjes, we kiezen de tweede en de baas wandelt weer terug. We eten salade met frites en slaan een rondje door de stad even over. Ook wij wandelen rustig terug. 

Voor het hotel is nog een korte straatrace, sommige honden blaffen. Wij gaan zo maffen.

Foto’s