Zondag Avontuur

23 juni 2019 - Ushguli, Georgië

“Wat een schatje!” blijft Odile zeggen over de baas van het Guesthouse Zepafoni. Het betreft een tachtigjarige goedzak met zere heupen, slechte ogen en pillen voor zijn hart waardoor hij geen wijn meer mag drinken. “Problems, problems” zijn de twee woorden Engels die hij spreekt. Met handen en voeten en twee woorden Russisch hebben we wat contact met hem. Steeds komt hij iets brengen voor het ontbijt, maar steeds verkeerd. Geen vorken, borden. Wel katjapoeri en gebakken ei. Zijn keukenhulp blijft maar bakken en koken terwijl we meer dan genoeg op tafel hebben voor de twee Russische families en ons.

Na het ontbijt komt de ceremonie voor afrekenen. Hij roept naar de keuken, ik ga wel papier en pen halen. Hij telt op en komt voor diner, overnachting en ontbijt voor 2 personen op €34,- afgerond op €31,70 Odile wil ook nog een fles natuurheerlijke witte wijn kopen van €4,75 dus we maken het af op €41,22. Uiteindelijk krijgen we voor dit bedrag een knuffel, handdruk, beste wensen en twee flessen wijn. 

Vandaag gaan we de bergen in. Eerst over de grote weg waar we een oude stinkende tankwagen met Iraans kenteken inhalen op een plek waar dat eigenlijk niet mag. Plots zit er een politie auto met zwaailichten achter ons. Gelukkig haalt deze ons later in zonder ingrijpen. Na 5 km snelweg gaan we naar het noorden tot aan Tkiboeli over een biljartlaken gladde weg. Het schiet lekker op, langs een groot meer dat mooie vergezichten oplevert, tot aan Nikortsminda waar we een kerk/klooster bezoeken waar gerust gefilmd en gefotografeerd mag worden. Het is nog een mooi gebouw ook.

Dan rijden we omhoog, ook weer over een verbazend mooie weg, naar Ambrolaoeri. Hier kopen we een koffie, een katsjapoeri en een kurkentrekker. Linksaf richting Tsageri. De echt hoge bergen worden door een korte regenbui even aan het oog onttrokken, gelukkig ziet het er lichter uit in de verte. We verwachten een slechte weg en als het dan ook nog regent, dan wordt het rijden meer dan een uitdaging. ‘s Morgens hebben we als besloten dat we bij regen zullen bekijken of we verder gaan of terugkeren. Het spant er om.

In Tsageri is het weer droog en de bergen lonken. Met een coffee to go in de buik beginnen we aan de witte weg naar Ushkuli. Het begint goed. Soms een gootje om water af te voeren, dan weer een paar honderd meter grind en grond. Ergens zijn ze bezig aan de weg. Zondagrust? Een graafmachine werkt een berg verschoven grond weg, de kiepwagen blokkeert hierdoor de modderweg. Niet volgens de chauffeur die uit zijn cabine springt en ons langs afgrond en zijn truck leidt. 

In het volgende dorp is de weg weer weg. Modderpoelen en rotsen komen er voor in de plaats. Voor de komende 40 kilometer is dat ons lot. Onze vierwiel aangedreven Pajero moet er soms flink aan trekken, maar na de eerste kilometers hotsebotsen en poelkletsen schrikken we niet meer van een grondverschuiving of grindberg. Ergens halverweg Ushkuli komen we op een hoogvlakte met weiden, heel veel bloemen en een prachtig uitzicht op de hoogste berg(en) van Georgië.

Het weer is schitterend. Blauwe lucht, af en toe een wolk. We boffen met de kleuren die dat oplevert. Rammelebammend gaat het verder en we komen op een helling een huur-Delica tegen met Duitsers. We wensen hen “Viel Vergnügen” op de weg die wij net gehad hebben. Hij wenst ons succes in de modderpoel die wij nog gaan krijgen. De volgende kilometers zijn slecht maar toch niet slechter dan we al gehad hebben.

In de verte ontwaren we een minibus en denken dat we het ergste gehad hebben. Het betreft een tweewiel aangedreven Toyota bus te zijn, volgeladen met vakantie bagage, stilstaand voor een enorme plas modder met diepe sporen en nauwelijks droge plekken. Naast de auto staan zoon, dochter, peuter en baby. Ook een zwangere moeder is druk: met een fototoestel. Vader van deze russische familie staat met blote voeten in de modder droge grond te zoeken. “Problemen, problemen” moet ik aan denken en stap uit om poolshoogte te nemen. 

Ik zie opeens een extra spoor rechtsboven de modderpoel. Dit spoor gaat aan het einde weliswaar steil omlaag naar de “weg” maar is volgens mij safer dan modderen in de modder. Ik raad de vader aan om mij te volgen, als hij vast komt te zitten sleep ik hem er wel uit. Zo gezegd zo gedaan en binnen 30 seconden sta ik aan de overkant. Ruspaps krijgt moed, stapt in, en duikt met Toyota en al de modder in. Wonder boven wonder buts en botst hij door de modder, halverwege scheurt de achterbumper half omdat deze modder en stenen hapte, maar ook hij komt door deze hindernis.

Vanaf hier gaat het probleemloos de laatste 5 kilometer naar Ushkuli. Bij het eerste van de de vele hotelletjes en guesthouses stoppen we en vragen een kamer met balkon, met uitzicht op de bergen. Inclusief diner en ontbijt komt ons dit op €45,- hetgeen we graag over hebben voor een warm bed en warme douche.

Op het balkon, zeg maar de galerij, komen we in gesprek met een Georgische gids die een groep Japanners begeleidt en na de vakantieperiode terug gaat naar zijn Poolse vrouw in Polen. We praten over Georgie gezien vanuit een Georg. Hij is niet positief over de ontwikkelingen onlangs, waarbij een Russische afgevaardigde tijdens een plenaire vergadering van de regering ging praten over de rechtvaardiging van het bezetten van Abchazie en Zuid-Ossetië, hetgeen heeft geleid tot rellen en opstand in diverse grote steden.

Tijdens ons gesprek komen telkens japanse dames en heren langs en ik kan het niet nalaten om konietshiwa te zeggen, wat beantwoord wordt met Harikato. Als de dames iets anders tegen me zeggen zeg ik “wakarimasèn” zodat zij gaan lachen. Als ons diner om 20:00 geserveerd wordt in de eetkamer zitten alle Japanners al te eten dus ik wens ze Oishi tabemono. Het diner overigens is zwaar. Met soep met noedels en aardappel, bruine bonen, vetgebakken groente en met pikant gehakt gevuld brood. 

Na het “Oyasuminasai!” aan de Japanners maken wij nog een wandelingetje om het eten te laten zakken. Het is hier mooi. Toeristen maken nog een beetje herrie, zon zakt weg en duisternis treedt in. Morgen weer een dag. De rivier ruist op de achtergrond. De bergen slapen al.

Foto’s