Op en Neer

20 juni 2019 - Tbilisi, Georgië

Om 06:30 wordt Peter wakker en gaat zwemmen, heerlijk zo vroeg in het ochtendzonnetje. Met een illegale koffie van Marianne de Kokkin omdat het ontbijtbuffet pas om 09:00 wordt geopend. Na de koffie gaan we ons klaarmaken voor de dag. Om 09:00 maken we gebruik van het altijd verse en uitgebreide ontbijt, van muesli en tomaat via koolsalade en gebakken bloemkool tot wentelteefjes en omelet. Ook kaas, worst en brood is aanwezig. En thee en koffie en melk en limonade. Een keuken vol.

Met een volle buik stappen we in de auto voor een mooie rit, dwars door noordwest Tbilisi, op weg naar Kazbegi ofwel Stepantsminda. Hoewel Georgië best een lange grens heeft met Rusland, zijn er feitelijk maar 3 grensovergangen. De grens loopt voornamelijk dwars over het hoge Kaukasus gebergte, tamelijk onherbergzaam en nauwelijks bewoond. Eén van de twee grensovergangen is die langs de Zwarte Zee maar is niet bruikbaar omdat de weg door bezet Abchazië loopt. De tweede is ook niet bruikbaar omdat deze door bezet Ossetië gaat. De derde is dus de enige normale overgang maar altijd nog een bergweg door zelfs een ski gebied. 

Het eerste stuk na Tbilisi is een beetje saai, alles heeft dezelfde kleur groen. Er zijn wel wat vergezichten maar niets speciaals. We rijden door kleurloze dorpjes en stadjes met overal de kleine garageboxen en winkels. Als het wat minder bebouwd en bewoond is stoppen we voor een kop koffie aan een van de vele kiosk-stalletje waar van alles te koop is door een klein luikje met een mannetje of vrouwtje die je nauwelijks kunt zien. Het is vandaag, zeker in de bergen, weer volop grijs met grauw en een beetje regen.

Eenmaal na skidorp Gudauri, waar het grote panoramische viewing point is gebouwd, met mozaïeken die het heroïsche verleden van Rusland en Georgistan moet verbeelden, wordt het weer droog met opklaringen zodat we de besneeuwde bergen door de wolken zien. 

Zoals we zeiden is dit feitelijk de enige wegverbinding tussen Rusland en Georgië, met derhalve redelijk veel (vracht)verkeer. En omdat helemaal aan de grens een toeristisch natuurgebied is, rijden er ook veel toeristen in gehuurde auto's. Het is een mengelmoes van langzaam verkeer en snelle jongens, dat leidt soms tot idiote inhaal acties die wonderwel nauwelijks tot ongelukken leiden. Maar ze leiden wel tot bruusk remmen en plotseling uitwijken van mede weggebruikers. 

Als we in Stepantsminda aankomen is het lunchtijd. En grijs. En koud voor ons: 12 graden hier tegen 30 graden in Tbilisi. Je merkt meteen dat het een toeristenoord is, met veel buitenlanders die selfies maken, met rugzakken en rugzakjes wandelen en drentelen van bank naar kiosk naar restaurantje. Wij gaan eten in een modern ding met muziek aan het centrale plein, waar veel buitenlanders zijn.

Zowel de kaart als Google Maps zeggen dat het nog 19 km is naar het nationaal park Kazbegi. Echter als we bijna daar zijn, is er geen park te zien. Alleen donkere heuvels met daartussen een half gebouwde weg met een rij vrachtwagens voor de Russische grens. We draaien en zoeken en keren op zoek naar iets wat op een park lijkt maar kunnen niets vinden en keren om. Het heeft ons drie uur gekost om hier te komen en zullen nog drie uur moeten rijden om weer thuis te komen. 

Net voor Stepantminda gaat de weg steil omhoog naar de Drievuldigheidskerk van Gergeti. Het is een toeristisch gedoe daar, met tig van die 4x4 taxi busjes, allemaal Mitsubishi Delica. Maar vanaf het klooster heb je wel, tussen de toeristen door, een prachtig uitzicht.

Op terugweg proberen we een filmpje te maken van de weg en een onverlichte tunnel, in die tunnel gaan de Georgiërs gewoon inhalen. Helaas is het filmpje mislukt. Anders was het een soort kopie geworden van het filmpje dat Margit en Bas ons stuurden uit Kirchizië. Alleen hun tunnel was vijf kilometer ellende en onze tunnel was maar een paar honderd meter. Wel spannend. 

Verder naar beneden begint het keihard te regenen, zelfs zo hard dat er een regenboog voor ons ontstaat die eindigt tot op de motorkap. We hebben nog nooit zoiets gezien. Het gaat zo hard dat we gaan schuilen in een café en nemen meteen een Turkse koffie. Wel lachen hoor, hoe het personeel rustig afwacht en gewoon de voeten optilt als het water over de veranda begint te stromen. We schikken nog een stukje op zodat we droog blijven. 

Na de koffie wordt het droog en in het volgende dorp ziet Peter langs de weg in een overwoekerde tuin een soort autokerkhof met iconische autowrakken. We stoppen naast een tuin met een vrachtwagen met de kogelgaten in de voorruit. Als we foto’s willen maken moeten we betalen wordt er uit het raam geroepen. De man des huizes komt beneden en noemt het kerkhof zijn museum. Dat staat ook op een handgeschreven kartonnetje langs de weg. De curator, sprekend lijkend op een ouderwetse zigeuner, leidt Peter rond over het terreintje. Na veel schreeuwen en overtuigen en handelen en lachen besluiten we uiteindelijk voor dit vermaak 30 GEL te betalen. Teveel natuurlijk, maar tsja, het was wel een unieke ervaring met mooie plaatjes.

Als we bijna terug zijn, rijden we door een oude volksbuurt van Tbilisi. Veel leven en wandelaars op straat tussen de verpauperde flatgebouwen. Dan zijn we weer in ons luxe hotelletje. Met even zwemmen en bijkomen. We hebben een extra nacht geboekt voor een dagje in de stad. Morgen eens geen autorijden. In de verte zien we bliksem maar het is aangenaam warm en droog op ons balkonnetje. Er zijn weer wat gasten bij gekomen waardoor het even iets drukker is. 

Als we gaan eten in het restaurantje aan de overkant zet de regen door. Helaas kunnen we vanwege de verflucht niet buiten eten en we weten niet of het goed is of slecht. Binnen is het warm en benauwd maar de deur kan niet open want dan stormt en regent het naar binnen. We wachten af of het droog wordt. Dat wordt het niet. Het wordt wel laat. Odile gaat voor een nat jurkje, Peter wil zijn favoriete polo droog houden dus gaat voor een natte bast. En zo worden wij nat. In het hotel een lekkere douche en dan moe naar bed. Mooie dag. 

Foto’s