Zomer

21 juni 2019 - Tbilisi, Georgië

Na het welbekende Marianne Super Ontbijt aan de rand van het zwembad gaan we, tegen de voorspelling van gisteren in, toch eerst een stukje rijden. 
Peter had al een rondje rond het meer gereden, het Tbilisi Reservoir, en daar een merkwaardig bouwwerk gezien op een heuveltop. Zonder verder onderzoek te plegen is een bezoek uitgesteld tot vandaag, samen. 

Dus stappen we in de auto voor een bezoekje aan The Chronicle of Georgia. Dit is een serie rechte pilaren en horizontale balken waarop in bombastische reliëfs de geschiedenis van 3000 jaar Georgië staat afgebeeld. Zeer zeker imposant maar ook een beetje donker en triest door het donkere gebruikte materiaal. Naast dit bouwsel staat nog een kerkje, de Annunciation Church. Op de punt van een bergje dus met een prachtig uitzicht over de miljoenenstad. Binnen in de kerk is men bezig met herstel werkzaamheden. Het wordt een mooi, modern kleurrijk interieur.  

Helaas waren en wel drie slome bewakers maar geen Engels sprekende gids. Dus de finesses van het geheel is ons ontgaan. Dan maar naar het meer, misschien kunnen we pootjebaden. Om bij het meer te komen gaan we in de offroad stand van ezeltje Pajero door het gras en schuine weggetjes naar de waterlijn. Helaas liggen er diverse kapotte flesjes en andere rommel, immers is dit een geliefd recreatie oord voor alle Tbilisianen . . . Dus blijft het bij een leuke foto. Vervolgens rijden we terug naar het hotelleke en parkeren de Pajero. We gaan naar de stad met de bus, ieders met een muntje van 0,50 Lari, tot aan het busstation tegenover het centraal Station.

De aansluitende bus naar het oude centrum komt pas over 20 minuten, dus wandelen we een paar honderd meter in de goede richting naar een volgende halte. En daar komt opeens een grote glimmende nieuwe touringcar, even iets anders dan die gammele gele busjes. In de koelte komen we aan, links van het oude centrum. Dat wordt weer een mooie wandeling dwars door de oude wijk, immers willen we naar de zwavelbaden. Al wandelend krijgen we dorst en honger en dalen neer op een dakterras, ergens in het oude centrum. Als we, zoals gewoonlijk, aan de dame van de bediening vragen "Do you speak English?", krijgen we tot onze verrassing te horen "Non, excusez moi, parlez vous Francais?". En dat is grappig, want we spreken inderdaad een klein mondje Frans. Waarop de Amerikanen, een tafeltje verder, snel afrekenen en vertrekken. Bien.

Na dit taalspektakel en de lunch met salade gaan het voor ons verder, richting de zwavelbaden. Maar voor het zover is lopen we de Bazar in. Dat is een ondergrondse winkel van Sinkel met allerhande etenswaren en hebbedingetjes. Odile kijkt haar ogen uit. Peter strekt zijn benen uit. Totdat we weer daglicht zien en op zoek gaan naar... alweer een tussenstation. Dit keer een uithangbord met de tekst "Georgia Whisky". Daar willen we meer van weten. En we kopen drie kleine flesjes als cadeautje voor Gerard. 

Dan is het eindelijk zo ver. De whisky mannen hadden ons de zwavelbaden van Gulo aangeraden, dezelfde naam waren we ook al op Internet tegengekomen in een positief verslag. Dus na het overhandigen van deel cash en deel pinbetaling kregen we handdoeken en zeep en een korte rondleiding. Kleffe kleding uit en eerst een stortdouche, daarna een stap in het heerlijk warme water. Je voelt je huid prikkelen en tintelen, het is warm maar zeker niet te heet. Daarna plons je over het randje in het koude bad. Ook hier even rillen en wennen aan het tintelen. 

Opeens is daar een grote behaarde man met een emmer. Peter is het bokje en moet plaatsnemen op de stenen bank. Door het water is het daar al glad maar met het zeepsop uit de doek is het een glibberbende. Klap klats knijp doet de grote man. Omdraaien maar en nog eens klap klats. Dan zitten en een emmer heet water over je heen, schrobben met een scrubhandschoen en oei oei opeens een emmer koud water. Dan komt daar een grote gedrongen vrouw met een emmer en een schrobhandschoen. Nu is Odile het haasje en ondergaat gedwee het geplas en geplats. In tien minuten waan je je echt frisser en schoner. Dat mag ook wel na 4 weken motorrijden en 1 week zomer in Georgië. 

Nu nog even nabadderen en een kijkje nemen in de sauna. "Ten minutes" klinkt het vanuit de receptie. We hadden deze badkamer, de "Private Room" voor een uurtje gereserveerd. Dus nog snel even afdouchen en aankleden en hoppa, daar staan we weer buiten op straat. 30 Euro armer en een ervaring rijker. Gauw lopen we naar het dichtstbijzijnde terras voor een biertje. Wij vinden het namelijk Happy Hour. Dus nog een biertje. We besluiten even geen stap meer te doen dus laten de menukaart aanrukken. We zien dat de kaart zeg maar "Europees" is en niet echt Georgisch. Kan ons niet schelen, we nemen een pizza en een soort Schnitzel. 

Enigszins moe en loom gaan we voor een luxe transport middel en bestellen via de Bolt-app een taxi met Airco voor de 10 kilometer naar ons hotelletje. 

In het hotel aangekomen is het een drukte van belang, met meer gasten dan kamers omdat er familie van Emret de baas over is. Ook zitten er twee Iraanse mannen met een Georgische klant te drinken. Diverse kinderen spelen om en in het zwembad. Tijd voor Peter om ook een duik te nemen. Er is nauwelijks plaats om het meegenomen biertje te nuttigen, alle stoelen zijn bezet. Maar omdat Odile heeft plaatsgenomen op een ligbed, en dit ligbed grenst aan de ligbedden van de Iraniërs, neemt Peter plaats op het voeteneinde. Zo. Iedereen heeft bier en wijn. Het gesprek kan beginnen. 

Tsjonge jonge wat hebben we gekletst en gelachen. De Iraniërs hadden de tongen los en vertelden honderduit over hun werk als tapijtenhandelaar en de ander als techneut. Die lange is een voormalig directeur van een fabriek maar inmiddels uit Iran vertrokken, net als bijna alle goed opgeleide mensen. Helaas blijven alleen laag- of ongeschoolde mensen over in Iran, iedereen met hersens gaat naar het buitenland. Triest maar realiteit. Samen reizen ze veel over de wereld. Tapijten verkopen en slimme klussen doen. 

Wat blijkt: Iraniërs zijn van nature bijzonder gastvrije mensen. Het laatste geld en eten en drinken gaat eerst naar de gasten, dan naar zichzelf. Ze vertellen dat thuis (?) altijd mensen over de vloer zijn, altijd wel ooms en tantes en neven en nichten. Maar hoe doen ze dat, als ze zo veel onderweg zijn? Amir (die lange) vertelt dat zij over de hele wereld verwanten en vrienden en bekenden hebben. Dus als ze in een land of stad aankomen bellen of appen ze om elkaar te ontmoeten. En zo reizen ze nooit alleen. 

We proosten met bier en daarna met wodka op elkaars gezondheid en op vrede en geluk. Inmiddels is de groep Georgiërs van Emret de baas aangevuld met een paar Russische gasten. Ook daar aan de lange tafel wordt geproost met wijn en wodka. Amir heeft spiesen gemaakt in de keuken met op Iraanse wijze gekruide kip. Op de grote barbecue worden deze gegaard onder het genot van alcohol en vriendschap. Emret, die naast een hotel ook een wijngaard heeft en zijn eigen wijn maakt, heeft uit de kelder een grote jerrycan laten komen. Deze wordt op tafel gezet en met een slangetje worden de karaffen gevuld. 

We ontkomen er niet aan om mee te drinken, kletsen, proosten en borrelen. Heerlijk, zo'n familiefeest in een familiehotel. De zoon van Emret spreekt uitstekend Engels en begeleid ons bij wat er gebeurt en legt de gewoontes uit. Ook de knappe dame, die de Russische toeristen begeleid, wordt ingezet om als tolk te dienen. Dit pandemonium duurt tot laat in de avond. 

Wij sluipen er langzaam tussenuit en klimmen de trap op naar onze koele kamer. Daar staat nog een aangebroken fles Chacha. Wat kan het bommen. Nog één slokje op de rand van het bed. 

Foto’s